landschap3
Start Omhoog landschap4

 

 

 

Start
Omhoog
landschap4Erectiele disfunctie

meaning 

meaning never ends, has no beginning. You receive meaning as a new birth. Poetry and art, philosophy and semiotics, an eternal movement of meaning. "Man cannot have much reality" so he created meaning. 

Nocturno

Mi lágrima y la estrella se tocaron, y al punto, se hicieron una sola lágrima, se hicieron una estrella sola. Me quedé ciego, se quedó ciego, de amor, el cielo. Fué todo - y nada más - el mundo pena de estrella, luz de lágrima. 

Nachtstuk

De ster en mijn tranen raakten elkaar, en meteen werden ze een enkele traan, werden ze één ster. Blind bleef ik staan, en blind, van liefde, bleef de hemel. De hele wereld was niets anders dan sterrenleed, tranenlicht.

 Juan Ramón Jiménez

 

 

n'aura été

pour rien

tant été

rien 

nul 

überhaupt nichts

wird gewesen sein

für nichts und wieder nichts

soviel gewesen sein

überhaupt 

nichts

Samuel Beckett

 

rêve sans fin ni trêve à rien 

Traum ohne Enden 

und nichts in Händen 

S. Beckett

De ramen

In deze duistere kamers, waar ik

Drukkende dagen doorbreng, loop ik aldoor rond

Zoekend naar de ramen. – Wanneer er maar

Één raam zal opengaan, zal dat een troost zijn. –

Maar de ramen zijn er niet, of ik kan ze

niet vinden. En beter misschien dat ik ze niet vind.

Misschien zal het licht een nieuwe kwelling zijn.

Wie weet wat voor ongekende dingen het zal tonen.

 

II (1903) Kavafis

 

Ja – sagt der Tag.

Nein – sagt die Nacht.

 

Wer entblättert die Blüte dieser riesigen,

Gold-Margeritte, weiss und schwarz?

 

Und wann, sag, Herr des Unerschaffenen,

Wirst du glauben, dass wir dich lieben?

 

Sí – dice el día - . No

-         dice la noche - .

 

¿Quién deshoja esta inmensa margarita,

De oro, blanca y negra ?

 

¿Y cuándo, di Seňor de lo increado,

creerás que te queremos?

 J. R. Jiménez

Kaarsen

 

De dagen van de toekomst staan voor onze ogen

Als een rij van brandende kaarsen –

Gouden, warme en levendige kaarsen.

 

De voorbije dagen blijven achter staan,

Een droevige rij van gedoofde kaarsen;

Die het dichtste bij staan walmen nog,

Koude kaarsen, gesmolten en gekromd.

 

Ik wil ze niet zien, hun aanblikt bedroeft me,

En het maakt me bedroefd aan hun vroegere licht te denken.

Vóór me kijk ik naar mijn brandende kaarsen.

 

Ik wil me niet wenden, om niet met huivering te zien

Hoe snel deze donkere lijn zich verlengt,

Hoe snel de gedoofde kaarsen vermeerderen.

1899 Kavafis

Auch meine innere Stadt streckt sich zum

Abend hin und verfolgt den Untergang

Der schweermütigen Sonne.

Ihr Gärten meiner Seele,

Durchflossen, einer nach dem anderen, von den schweren

Lichtfluten, welche nie versiegen;

Kerker ihr, Mauern meiner Seele,

Hell erschimmerend, zuoberst, von unendlichen Sehnsüchten;

Und dann, einsame Küsten meiner Seele,

Am nie versunkenen Meer der versinkenden Sonne!

 

O versinkendes Licht, niemals versunken,

Durchflutend, wie ein Ende, das niue aufhört,

Alle meine inneren Begierden,

Die immer einen neuen Turm erklimmen,

Um länger, immer länger die Sonne noch zu schauen,

Die grosse, die granatrot runde Sonne

In der unermesslichen Stille.

 

J.R. Jiménez

 

Muren

 

Zonder voorzorg, zonder medelijden, zonder schaamte

Bouwden ze rondom mij grote hoge muren.

 

En nu zit ik hier en ben in wanhoop.

Aan niets anders denk ik: dit lot verteert mijn geest;

 

Want veel dingen had ik buiten nog te doen.

O, toen ze de muren bouwden, hoe kon ik er niet op letten.

 

Maar ik hoorde nooit rumoer van metselaars of geluid.

Onmerkbaar sloten ze mij uit de wereld buiten.

1896 Kavafis

Mi ciudad interior también se estiende

Hacia el ocaso, persiguiendo

El caer del sol triste.

! Jardines de mi alma,

atravesados, unos tras otros, por las graves

luces nunca últimas ;

cárceles, muros de mi alma,

deslumnrados, arriba, de nostaljias infinitas ;

y luego, costas solas de mi alma,

al nunca puesto mar poniente !

 

! Oh luz poniente, nunca puesta,

a través, como un fin nunca acabado,

de todos mis afanes interiores,

que tienen otra torre siempre

para ver más y más el sol

grana, el gran sol redondo y grana,

en el silencio immenso.

J.R. Jiménez

 

 

Du bist dir selber gleich,

Und doch nicht gleich, genau wie

Die blauen Tönungen

Des Himmels.

 

 

Eres igual a ti,

Y desigual, lo mismo

Que los azules

Des cielo. 

 

J.R. Jiménez

vieil aller

vieux arrêts

 

aller

absent

absent

arrêter

 

Altes Gehen

altes Stillstehn

 

gehen

abwesend

abwesend

stillstehn

Samuel Becket

 

STEHEN, im Schatten

des wundenmals in der Luft.

Für-niemand-und-nichts-Stehn.

Unerkannt,

für dich

allein.

Mit allem, was darin Raum hat,

auch ohne

Sprache.

Paul Celan

STAAN, in de schaduw

van het litteken in de lucht.

Voor-niemand-en-niets-staan.

Niet herkend,

voor jou

alleen.

Met alles, wat daarin plaats heeft,

ook zonder

taal.

 

 

 

DAS WORT VOM ZUR-TIEFE-GEHN,
das wir gelesen haben.
Die Jahre, die Worte seither.
Wir sind es noch immer.

Weißt du, der Raum ist unendlich,
weißt du, du brauchst nicht zu fliegen,
weißt du, was sich in dein Aug schrieb,
vertieft uns die Tiefe.

Paul Celan

 

DE LEGE BOOT

Hij die mensen regeert

leeft in verwarring;

hij die door anderen geregeerd wordt

leeft in smart.

Daarom wenste Tau

noch de anderen te beïnvloeden

noch door hen beïnvloed te worden.

De manier om uit de verwarring

te komen en je te bevrijden

van smart is te leven met Tau

in het land van de Grote Leegte.

Als een mens zijn eigen skiff roeit

en zijn boot bij het oversteken

van de rivier omslaat,

dan wordt hij niet kwaad,

al is hij een driftig man.

Maar als hij nog een ander in de boot ziet

dan zal hij hem toeschreeuwen

dat hij beter moet sturen.

Als deze schreeuw niet gehoord wordt,

schreeuwt hij nog eens

en dan begint hij zelfs te vloeken.

En alleen maar omdat er nog iemand

in de boot zit.

Als de boot leeg was geweest

was hij niet uitgevallen

of gaan schreeuwen.

Als je eigen boot leeg is

bij het oversteken

van de rivier van de wereld,

dan zal niemand tegen je ingaan;

niemand zal je willen kwetsen.

Een rechte boom

wordt het eerste omgehakt.

Een bron van helder water

staat het eerst van alle droog.

Wanneer je wijsheid wilt vergaren

en je schaamt over je domheid,

als je je karakter wilt verbeteren

en anderen verlichten,

dan zal een licht je gaan omstralen,

alsof je zon en maan had ingeslikt-

voor rampen zul je niet uit de weg gaan.

Een wijs man heeft eens gezegd:

'Hij die tevreden is over zichzelf

heeft een waardeloos werk verricht.

Succes is het begin van mislukking.

Roem is het begin van schande.'

Wie kan zichzelf

zonder succes denken, zonder roem,

en de laagste plaats innemen

tussen de mensen?

Hij zal zijn als Tau, onzichtbaar.

Hij zal als het Leven zelf zijn

en geen naam hebben en geen thuis.

Simpel zal hij zijn, zonder

enige onderscheiding en voor velen

zal hij zijn als een dwaas.

Zijn voetstappen laten geen sporen na.

Macht heeft hij niet.

Hij bereikt niets; hij heeft

geen enkele reputatie.

Aangezien hij niemand oordeelt,

wordt hij door niemand geoordeeld.

Zo vaart de volmaakte mens:

zijn boot is leeg.